Hoe mijn interesse voor het damspel gewekt werd.

Een persoonlijk verhaal.

Hoe ik geïnteresseerd raakte in het damspel.

Ik had - vrij cliché - al gedamd met mijn moeder (zie foto hiernaast) en geschaakt met mijn vader.
De uitslagen van het dammen met mijn moeder weet ik niet meer.  Van m'n vader verloor ik altijd in het schaken, tot hij op een keer zei dat hij een 'blitzkrieg' zou uitvoeren.  Toen won ik !

Op een late namiddag waren twee vrienden van mij aan het dammen op café.
Ze waren serieus verdiept in het spel.  Ik keek er even naar en ging toen flipperen met de vriendin van een van deze dammende vrienden.

Na zowat 20 minuten kwamen we terug.  Ik zag nog steeds dezelfde stelling op het bord staan en beide waren aan het nadenken.  Vreemd, dacht ik, is hier dan geen zet gedaan in die 20 minuten ?  Ik kon me toen ook nog niet voorstellen dat je meer dan 5 minuten kon nadenken over een zet.

Ik vroeg wie aan zet was.  Beiden wezen naar elkaar. 

Grappig vonden we.

En intrigerend

Hoe kon dit nu ?

Alle twee waren ze niet alleen bezig met hun eigen plan(nen) maar ook met de plannen van de tegenspeler.  Eén van beide was hierdoor in de war geraakt en wist niet meer wie aan zet was.

Het intrigeerde me toen en het intrigeert me nog altijd.

 

in dezelfde geest : Koffie verkeerd.

In het bijwijlen hilarische "Schaap over de dam" van Philip de Schaap kunnen we (enigszins aangepast) lezen :

 

Het is jaren geleden gebeurd, maar het had ook gisteren kunnen plaatsvinden.

Ik woonde een belangrijke competitiewedstrijd bij en twee spelers van de thuisclub die naast elkaar zaten waren heel diep in gedachten verzonken.

Eén van hen had koffie besteld en de kelner had die gebracht, de ander had totaal vergeten zijn bestelling te plaatsen.

Beide spelers waren zo in beslag genomen door de activiteit op hun borden, dat zij zich in het geheel niet bewust waren dat die ene kop koffie, die tussen hen in stond, automatisch en in trance door hen beiden werd geconsumeerd.

Pas bij het weggaan werd de onhygiënische manoeuvre hun duidelijk toen de kelner wilde afrekenen.
Aanvankelijk protesteerden ze tot de kelner enigszins geraakt en ironisch opmerkte dat beide heren maar één koffie hadden besteld, dan kwam geleidelijk toch 'the moment of truth' voor beide dammers.

 

 

WK JUNIOREN OEKRAÏNE

 

Toiletpapier

December 1992, we waren in het Oekraïense Zaporozje voor het Wereldkampioenschap Junioren.

Met z’n drieën (begeleiders Daniël en Rik, junior Geert Vercruysse) waren we erbij.

Geert was onze eerste jongere die kon deelnemen aan een Wereldkampioenschap.  Hij haalde toch wel 6 punten uit 9 partijen – waar we blij mee waren - en eindigde op de 30ste plaats op 32 deelnemers, Georgiev werd voor de eerste keer wereldkampioen Junioren.  Georgiev werd nog 2 keer wereldkampioen bij de junioren.

Meestal trokken wij, de begeleiders, tijdens de dag het stadscentrum in met vertalers Juri en Svetta (Svetlana).  Deze vertalers werden na een tijdje door het organisatiecomité gesommeerd om meer in de speelzaal aanwezig te zijn.  Hierdoor kwam het dat Daniël en Rik ook wel zonder de vertalers het centrum introkken.  Winkels, tea-rooms bezoeken en gebouwen bekijken.

Op een van die wandelingen moest ik opeens dringend naar het ‘groot’ toilet.  Er was niet direct een restaurant of tea-room te vinden en op goed geluk ging ik een groot gebouw binnen.

Daar vond ik wel toiletten maar geen toiletpapier.  Op naar een ander gebouw, ook daar vond ik toiletten maar ook hier geen toiletpapier.  Eventjes paniek maar het derde gebouw was raak : toilet èn net voldoende toiletpapier.  Oef, juist op tijd.

Net daarvoor had ik overwogen – als het in het derde gebouw ook mis zou gaan - om het enige papier te gebruiken dat ik bij me had : Oekraîense Koepons.  Papiergeld dus.  Die briefjes waren wel onvoldoende groot om deftig te kunnen gebruiken maar toch, à la guerre comme à la guerre hé.  Dat papiergeld was niet veel waard en ik had al geschat dat 1 Koepon de waarde had van 1 velletje WC-papier bij ons…

 

De verkeerde kant op …

We keerden terug van het Wereldkampioenschap Junioren in Zaporozje (Oekraïne), met de trein richting Kiev.  Er ligt een goeie 500 km tussen beide en de treinreis zou zo’n 12 uur duren.

We installeerden ons en liepen wat rond in de trein.  We botsten op Russische dammers en begeleiders en werden uitgenodigd om erbij te komen.  Daniël had er niet zo veel zin in en ging terug naar onze coupé.

Het werd een leuke bedoening met die Russen : zij trakteerden met wodka en iets wat eruit zag als wit ossenvet maar dan consistenter.  De een na de ander wou proosten (Za zdaró’vje!) met mij.  Het nadeel was dat zij dit één na één na elkaar deden en ik dus een veelvoud aan wodka binnenkreeg tegenover zij telkens eentje.

Het werd mij te veel na een tijdje en ik wou terug naar onze coupé.

Waar ik echter geen rekening mee gehouden had is dat de trein ondertussen gestopt was in een station zoals toen in Antwerpen : je komt er binnen en rijdt er achteruit weer uit.

Resultaat: ik ging de tegengestelde richting uit om terug naar onze slaapplek te gaan.

Handig dat Daniël ongerust was omdat ik zo lang wegbleef, hij vond mij ... na een lange treinwandeling.

 

Oponthoud in de luchthaven

Van het station van Kiev werden we per taxi naar de luchthaven gebracht.  Juri, de vertaler, was van Kiev en begeleidde ons tot in de luchthaven.

Ik was nog niet helemaal toppie van de lange treinreis (en de wodka) en ik werd tegengehouden aan de eerste controle van de bagage. 
Ik had een hele map Russische zilveren munten gekocht in Zaporozje voor mijn vader, die toen munten verzamelde.  Die waren duidelijk zichtbaar in de scan.

Ik werd voor de keuze gesteld : ofwel de munten nog afgeven aan iemand die ik kende en niet weg moest met het vliegtuig, ofwel zouden de munten aangeslagen worden.

Ik besloot de munten te geven aan Juri, die nog aan de ingang stond.

OK, dat was geregeld.

 

Helaas, er was nog een tweede controle door een echte matrone.  Alle bagage werd grondig doorzocht, ook mijn kledij.
10 dozen kaviaar (ook voor mijn vader die dat heel lekker vond) werden aangeslagen.
Ik denk dat dit onterecht was maar goed, ik wou daar ook niet in de gevangenis belanden.

Een setje Oekraïense Koepons (van elk bedrag eentje, ook voor mijn vader) werd aangeslagen, enkel de kleinste coupures kon ik bijhouden.
Er werd mij uitgelegd dat Oekraïens geld niet mocht ‘uitgevoerd’ worden.  Ik bedacht : die Russische munten die ik tevoren moest weggeven waren toch ook niet Oekraïens ? maar daar kon ik toch niet meer op terugkomen.

Het volgende was dat ik nog een paar losse munten had.  Ik denk 2 Russische en 1 Duitse (nazi-Duitsland, met hakenkruis).  Ook deze ging ze aanslaan.
Hiertegen protesteerde ik door te vragen of die munt met hakenkruis misschien van Oekraïne was.

Ze kreeg precies een blosje en tot mijn verwondering ging ze hierin mee en ik kreeg een briefje met de verklaring dat ik de munten zou terugkrijgen als ik terug het land zou binnenkomen.

 

Voor je het land inkomt moet je een verklaring afleggen over het geld dat je binnenbrengt.
In mijn geval waren dat Amerikaanse dollars.  Als je het land terug verlaat moet je opnieuw een verklaring invullen over het geld dat je terug meeneemt.  Ik had dat wel ingevuld maar nagelaten te kijken hoeveel dollars ik nog bij me had.

Het bedrag klopte dus niet en de matrone zou ook nog de dollars aanslaan.  Hiertegen heb ik geprotesteerd met de mededeling dat ik m’n dollars niet durfde te tellen in de luchthaven.  Ik wou geen mes in m’n rug krijgen.  De matrone bekeek me ernstig, enigszins twijfelend, en knikte toen.  Ze begreep het !! Het leek haar dus een redelijke verklaring.

 

Er was nog een laatste probleempje.  Daniël had een oude icoon gekocht en had hierbij een briefje gekregen waarmee je de icoon reglementair uit het land kon meenemen, wat wij niet vertrouwden.  Ik had ook een icoon gekocht maar dan een nieuwe.  Mijn nieuwe icoon hadden we in een zak meegegeven met Geert, die icoon kon niet meer in mijn bagage. 

Voor alle zekerheid, voor als het echt nodig was, had ik het briefje van Daniël bijgehouden. 
De matrone had ook dat briefje gevonden en vroeg waar de icoon was.  Ik antwoordde dat die mee was met Geert.

De matrone gaf een man opdracht om die icoon te halen.  Een tijd later kwam Geert, die er duidelijk niet gerust in was, eraan met die zak en begeleid door die man.  De matrone bekeek de (nieuwe) icoon en keek vragend naar mij.  Dat briefje was toch niet voor deze icoon ?  Ik deed alsof ik het ook niet begreep en ze moest wel toegeven : Geert kon mèt mijn icoon beschikken.

 

Een tijdje later mocht ik ook beschikken.

Het vliegtuig is met 40 minuten vertraging kunnen vertrekken.
De medepassagiers waren zo blij dat ze, op aangeven van Daniël, een liedje van Paul McCartney (of The Beatles) begonnen te zingen toen ik het vliegtuig binnenkwam.

 

Toen we in Schiphol waren ging ik mij bij de balie beklagen dat ik zo ‘gepluimd’ was in Kiev en of dat wel in orde was.

De vrouw luisterde naar mijn verhaal en zei me uiteindelijk : “Je mag blij zijn dat je de boete niet moet betalen die KLM moet betalen voor het oponthoud”.  Ik ben niet meer helemaal zeker over het bedrag maar het was minstens enkele 10 duizenden Belgische Frank, als het niet meer dan 100.000 was.

Ik heb me geëxcuseerd en me snel uit de voeten gemaakt…

Vladimir Agafonov, Pierre Ghestem en Piet Roozenburg

Rik sprak hier Piet Roozenburg aan

Hoe Rik met wereldkampioenen gemixt werd.

 

Het was in Rijsel, waar een simultaan gegeven werd door Vladimir Agafonov, wereldkampioen correspondentiedammen en naar hem is de Agafonov-opening genoemd, een opening die ik bewonderde en een periode regelmatig gespeeld heb.

Wie daar ook bij waren : in het midden Pierre Ghestem (woonde in Rijsel, was voormalig wereldkampioen en de Ghestem-doorstoot werd naar hem genoemd) en rechts Piet Roozenburg (ook voormalig wereldkampioen en de Roozenburgopstelling werd naar hem genoemd).

Ik speelde mee en vond dat ik wel lang meeging.  Ik vond ook dat ik goed stond, tot Vladimir een speciale zet deed waardoor ik vrij snel veel slechter stond.  Ik kende dat systeem niet.

Na de partij sprak Piet Roozenburg mij aan en hij zei dat ik van Agafonov verloren had door de Ghestem-doorstoot !

 

Een tijd later kwamen Rik en Daniël Piet Roozenburg nog eens tegen in Parijs.  Een paar jaren was er een tornooi in Parijs waar we aan deelnamen.  Piet Roozenburg nam ook deel aan het rapidtornooi.

Ik sprak hem aan en vroeg hem, enigszins grappend, of hij dan de Roozenburg speelde.

Nee nee, zei hij, dat is veel te moeilijk in een rapidpartij.

enkele bedenkingen over
EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND LICHAAM

Bovenstaande slogan wordt nogal eens eenzijdig opgevat als zijnde een stimulans om fysieke sporten te beoefenen.

 

In "Lexicon van hardnekkige misverstanden, 500 kapitale blunders, vooroordelen en denkfouten" vinden we het volgende :

"De woorden 'Mens sana in corpore sano' van de Romeinse dichter Juvenalis worden vaak vertaald als : 'Een gezonde geest in een gezond lichaam'. 

Dit heeft generaties van boosaardige gymleraren een alibi gegeven om hun leerlingen te trakteren op militaristische sportoefeningen.

In werkelijkheid bedoelde de dichter iets heel anders.  In zijn satires, waaruit bovenstaande spreuk een onvolledig citaat vormt, schrijft hij breedsprakeriger : “Orandum est ut sit mens sana in corpore sano” ( “Een mens moet bidden voor een gezonde geest in een gezond lichaam”) of in goed Nederlands : Het zou mooi zijn als er in een gezond lichaam ook een gezonde geest zou schuilen.

Dat was niet als loftuiting bedoeld, maar eerder als een aanval op de toenmalige fitnesscultuur, waaraan Juvenalis een gruwelijke hekel had.  In eigentijdse taal zou zijn commentaar op de gezalfde gladiatorenspieren uit de Romeinse era ongeveer als volgt hebben geluid : Het zou leuk zijn als die spierbundels ook nog konden nadenken."

 

Wie zegt dat je geest gezond is omdat je lichaam in prima conditie is ?

Het is bekend dat veel topdammers regelmatig hun rondjes lopen en dat ook zij nauwlettend toezien op hun voeding.  Heel wat van hen houden zich aan de vegetarische of macrobiotische keuken.

Regelmatig ontvluchten zij de tornooizaal om even 'op adem' te komen.

Frisse lucht is namelijk onontbeerlijk voor goede hersenprestaties.  Onlangs werd een onderzoek gevoerd waaruit bleek dat de hersenen minder productief werden door fijn stof.

Anderzijds : een voetballer of gewichtheffer moet er wel zijn kopje bij gebruiken natuurlijk, anders komen er kwetsuren van.

Het fysieke kan het psychische beïnvloeden èn omgekeerd.

 

George Bernard Shaw zei het zo : “Het gezonde lichaam is het product van de gezonde geest.”

Hij stelt dus: om een gezond lichaam te hebben moet je er verstandig mee omgaan !

 

Zoals fysieke sport je lichaam verzorgt, zo verzorgt denksport je hersenen : een weldadige massage.

Een denksport waarbij vindingrijkheid, voorstellingsvermogen en concentratie onmisbare kwaliteiten blijken en waar je leert om ‘problemen’ op te lossen op heel uiteenlopende manieren.

 

Goed voor jong en oud.

 

 

 

Niet tegen je verlies kunnen

Veel sporters kunnen niet tegen verlies, ook (sommige) dammers hebben dit euvel (soms).

 

Voltaire contra Adamo

uit 'Schaap over de Dam'

Voltaire was een hartstochtelijk dammer en schaker, maar als speler erg prikkelbaar.  Hij toonde vooral bitter weinig geduld wanneer er voor hem een nederlaag in het verschiet kwam.

Vaak had hij een jezuïet tot tegenstander die vader Adamo heette (men mag niet aannemen dat de zanger Adamo nog familie van hem is ?), en die beslist sterker speelde dan Voltaire.

De grote schrijver was een slecht verliezer: het gebeurde meermalen dat hij zijn tegenstander woedend de stukken in het gezicht wierp wanneer hij, de grote Voltaire, weer eens verloren had.

Op den duur zag père Adamo het moment aankomen waarop Voltaire zijn geduld zou gaan verliezen; deze begon altijd een bepaald deuntje te neuriën als de nederlaag zichtbaar werd.

Op zo'n ogenblik achtte de jezuïet het raadzaam zich snel te verwijderen, hetgeen kalmerend werkte.  Wanneer de dichter hem dan terugriep met de woorden uit de Schrift : 'Adame, ubi es?' (Adam waar ben je ?), begreep Adamo dat Voltaires woede voorbij was en konden ze weer rustig aan een nieuwe partij beginnen.

 

 

Fanelli

uit 'Schaap over de Dam'

 

Slechtgehumeurde spelers heb je ook in latere tijden.

Neem vb. het Olympisch toernooi 1952, waarin o.a. de Italiaan Fanelli meespeelde.

Toen een van zijn tegenstanders, de kapitein-vlieger Post, beleefd opmerkte dat Fanelli zijn bedenktijd overschreden had en het vlaggetje van zijn klok gevallen was, ging hij schuimbekken van woede.  Aldus doende werd Fanelli een dankbare prooi voor de fotografen, hetgeen zijn stemming er beslist niet beter op maakte.

Door Onbekend - Nationaal Archief, Fotocollectie Anefo, Nationaal Archief: entry abe8b4ea-d0b4-102d-bcf8-003048976d84, CC BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=50182641

 

Wollaert

Bryan kennen we als ex-speler van onze club en als voormalig Kampioen van België.

Hij leerde het dammen kennen in onze club en werd beetje bij beetje sterker zodat hij ook clubkampioen werd.

Een hele periode ging hij slapen en stond hij op met het dambord.

Hij kon heel lief zijn, vooral als je lief was tegenover hem (het draaide eigenlijk om wederzijds respect !).  Maar hij kon heel venijnig worden als iemand venijnig deed tegenover hem.

Bryan was altijd al een 'specialleke', hij ging ook schaken en daaruit leerde hij dat gambieten ook speelbaar en soms gunstig waren in het damspel.  Hiermee kon hij regelmatig zijn voordeel doen.

Een minder puntje was dat hij soms, eigenlijk wel heel zelden, slecht tegen zijn verlies kon.  Alleszins toen hij sterker werd.

We herinneren ons een toernooi in Nederland waar hij na een verliespartij het bord door de zaal joeg... recht in een vitrinekast.

De omstandigheden of echte redenen zijn ons hiervan echter onbekend.

Daarentegen was er een akkefietje in het Belgisch Kampioenschap waar de omstandigheden ons althans gedeeltelijk bekend zijn.

Het was na een partij met Marc De Meulenaere.  In die partij kwam Bryan na een schijfoffer (gambiet!?) een schijf voor ... en moest onvermijdelijk berusten in een nederlaag.

Dit was natuurlijk al moeilijk te verdragen.  Daar bovenop kwamen ook nog veelzeggende blikken en halve opmerkingen (die voor hem betekenden dat zij blij waren met zijn verlies) van andere omstaanders.

Hij trok naar zijn slaapkamer met als resultaat : een gat in de wand en een kapstok van een deur getrokken.

Dit leidde tot een langdurige schorsing, waardoor hij voor het dammen uitweek naar Nederland en zich nog meer dan ervoor toelegde op het schaakspel.

In deze stand waar hij eerst geofferd had met 25-30 34*25, vervolgde Brian Wollaert met zwart 23-28 met het doel een schijf terug en wellicht de partij te winnen.

Marc De Meulenaere reageerde gevat met de enige goede zetten 25-20! 24*15, 35-30 28*39 en 30-24.

Brian heeft een schijf meer maar staat verloren.  Hij kon nog een dam halen (wat zelfs niet gehoeven had) maar Marc haalt er altijd 4.

Besluit : de stand is verloren, zelfs voordat Brian offert.

 

Battling Siki

uit 'Schaap over de Dam'

 

De beroemde zwarte bokser Battling Siki was een groot liefhebber van het damspel en hij was een vaste bezoeker van de Parijse 'cercles'.  Hij had echter één grote zwakte, die voor iedere sportman fataal is : hij kon niet tegen zijn verlies.

Gezien zijn imposante figuur liet men hem soms maar winnen of remise schuiven.

Niet zo de ex-wereldkampioen Isidore Weiss; hij was aan zijn reputatie wel verplicht de vermaarde bokser het volle dammerspond te geven.  Bijna kwam dit Weiss eens duur te staan.

Battling Siki nodigde hem in een café uit om de degens te kruisen en gelaten ging Weiss ervoor zitten.  Uiteraard kostte het hem niet de minste moeite de bokser van het bord te vegen, waarop deze in woede uitbarstte en de kleine onaanzienlijke dammatador te lijf wilde gaan.

Weiss wist niet anders te doen dan schielijk onder de tafel te kruipen tot het ergste gevaar bezworen was...

 

Senegalees beroepsamateur.

Eveneens uit "Schaap over de Dam" (een stukje van H. de Jongh) lezen we het volgende :

Ik ontmoette hem in Parijs, op een tentoonstelling.  Hij zat voor zijn tent achter een dambord en boven zijn hoofd hing een bordje, waarop stond 'Joueur de dames'.  Zijn naam ben ik vergeten, maar hij was een prachtige, pikzwarte Senegalees, landgenoot en groot bewonderaar van de onsterfelijke Woldouby.

Hij speelde tegen de bezoekers van de tentoonstelling om een kleine inzet.
Er waren heel wat liefhebbers en de slachtoffers volgden elkaar in snel tempo op.

Ik was er toen met de toenmalige wereldkampioen Benedictus Springer en wij besloten een kansje te wagen, Springer eerst.

Natuurlijk kraakte hij de zwarte kampioen.

Deze was verbaasd: hij was niet gewend te verliezen.  'Nog een partij' zei hij.
Hij speelde nu uiterst voorzichtig, maar verloor weer.
Toen kwam ik aan de beurt; ik won eveneens twee partijen.

Onze Senegalees zei niets.  Hij nam tafeltje en dambord op en ging zijn tent in.  Daarna haalde hij de stoelen binnen en toen, met een weids gebaar tot Springer en mij: "Willen de heren binnenkomen ?".

Hij sloot de tent en negeerde zijn klanten volkomen. 

"Ik leer liever dan dat ik geld verdien", zei hij.

Wij lieten hem een en ander zien en toen wij eindelijk weggingen, verzocht hij ons spoedig terug te komen.

Ik heb later nog verschillende malen met hem gespeeld.  Hij was de enige honderd procent beroepsdammer die ik ooit heb ontmoet, maar tevens de grootste amateur (= liefhebber) !

 

Sick Joke

uit het tijdschrift 'De Vlaamse Dammer'

 

Een bejaard dammer was niet meer in staat de emoties die nu eenmaal inherent zijn aan het spelen van een urenlange dampartij te verwerken, maar hij bleef een verwoed deelnemer aan simultaan-séances.
Op zekere dag trad hij aan voor een dergelijke wedstrijd in openlucht en de séance was al twee uur aan de gang toen er langs het terrein waar die gegeven werd een lijkstoet voorbijkwam.

De oude man stond op en bleef met gebogen hoofd eerbiedig staan tot de stoet voorbij was.

Alom werd hij geprezen voor dit subtiele bewijs van piëteit, maar men raakte snel ontnuchterd toen hij, het spel hervattende, opmerkte : "Jammer dat ze net een dag te vroeg is gestorven, we zouden morgen veertig jaar getrouwd zijn geweest."